Home » De invloed van sporten op de mentale gezondheid van jongeren

De invloed van sporten op de mentale gezondheid van jongeren

Mentaal sterke jongeren dankzij sport

Uit onderzoek blijkt dat 10% van de jongeren tussen de 12 en 17 jaar zich mentaal niet gezond voelt. En dat terwijl een goede mentale gezondheid ervoor zorgt dat jongeren positiever in het leven staan, beter functioneren, met tegenslagen kunnen omgaan en zich verbonden voelen met anderen. Sporten kan daarbij helpen. En daar kunnen trainers en coaches een grote rol bij spelen. SuperCoaches sluit hier helemaal op aan. SuperCoaches is een tweedelige training voor alle coaches en trainers in de jeugdsport, ontwikkeld om te zorgen dat kinderen een sportomgeving ervaren waarin ze mee kunnen doen, plezier hebben, zich gehoord en gezien voelen en zich gezond kunnen ontwikkelen.

De rol van de trainer

De trainer heeft een grote rol in het plezier dat kinderen/jongeren beleven in het sporten. De trainer kan zorgen voor veerkracht en zelfvertrouwen. Door de focus te leggen op inzet in plaats van op prestaties en met een positieve houding creëert de trainer een fijn sportklimaat. Dat is een klimaat waarin de kinderen/jongeren – de jonge sporters – aangemoedigd worden en positieve (constructieve) feedback krijgen. Een sportklimaat waarin iedereen zich welkom voelt, het veilig is en de focus ligt op plezier.

Een veilig klimaat

Een veilige en vriendelijke sportomgeving begint met de vriendelijke houding van de trainer die de jonge sporter aanmoedigt en voor hem/haar zorgt. Sporten in zo’n omgeving daagt jonge sporters op een goede manier uit, zorgt dat ze vaardigheden aanleren, laat ze succes en falen ervaren, en geeft ze het gevoel ergens bij te horen. Dankzij het sporten leren ze onafhankelijk te worden, veerkracht op te bouwen en het helpt ze om even weg te zijn uit het drukke dagelijkse leven.

Goede communicatie, steun en vertrouwen

Goede communicatie en het gevoel van steun gaan vaak samen met een vertrouwensband tussen trainer en sporter. Een trainer kan zo’n vertrouwensband opbouwen door veel tijd samen door te brengen en aandacht te geven aan de jonge sporter. En door goed te luisteren en zorgzaam, behulpzaam en vriendelijk te zijn. Belangrijk daarbij is heldere en open communicatie, zodat sporters zich begrepen en gehoord voelen.

Trainers kunnen mentale problemen bij hun pupillen signaleren, want zij zien de jonge sporters regelmatig en merken het als er een verandering is in hun gedrag. Als een trainer dit opmerkt, kan hij of zij het gesprek aangaan, samen het probleem proberen op te lossen of doorverwijzen naar ouders of andere professionals. Daarbij is het belangrijk dat je als trainer je eigen grenzen respecteert, maar ook het vertrouwen van de jonge sporter niet schaadt.

Aanbevelingen

Om te werken aan de mentale gezondheid van jonge sporters moeten trainers een goede band met ze opbouwen. Verder moeten ze autonomie geven, voor een goede balans zorgen tussen competitie en plezier, en een vriendelijke houding hebben naar de jonge sporters toe. Daarnaast moeten ze voor zichzelf goed bedenken welke rol ze kunnen en willen spelen bij eventuele mentale gezondheidsproblemen van jonge sporters. En daarbij hulp vragen als dat nodig is.

Resultaten uit een systematische overview van kwalitatieve onderzoeken. Wikke van Stam en Linda Ooms – Mulier Instituut 2025

Nieuws

Scroll naar boven